Gepubliceerd 24-04-2002
Verdwenen Soest
Volgens een bericht in een landelijk dagblad telt Nederland op dit moment 2046 postagentschap-pen en dat aantal wil de PTT Post behoorlijk terugbrengen, dat merken we ook in Soest.
Wist u dat na Hilversum in Soest ooit het tweede postagentschap van Nederland is gevestigd. Het werd 16 april 1926 officieel geopend in "De Amsterdamsche Bazar", de galanteriewinkel van F.W.J.Nillson aan de Soesterbergschstraat 13, nu nummer 39.
In een advertentie uit 1927 lezen over De Amsterdamsche Bazar, wat er allemaal te koop is: Galanterieen, Glas, Porselein, Speelgoederen, Aardewerk, Huishoudelijke artikelen,Electrische Lampen,IJzerwaren, Kachels & Roosters en daaronder Souvenirs van Soest en Ansichten. In bovenstaand adres is gevestigd een Officieel POST-AGENTSCHAP belast met het uitbetalen en in ontvangstnemen van postwissels en andere postzaken.
Nillson junior, toen een jochie van nog geen tien jaar, nu 82, kan er aardig over vertellen.
Ook in die tijd hadden de meeste mensen moeite met nieuwigheden als telefoneren en per cheque of giro betalen. Nillson vertelt, dan kwamen ze bijvoorbeeld het licht betalen en dan zei mijn vader, dan moet u dat girobiljet invullen, konden ze niet. Dan zei mijn vader dat doen de kinderen wel. Ik was 8 jaar en toen vulde ik al postwissels en girobiljetten in. Dat was een kleinigheid. Klanten geloofden dat vaak niet, zeide ze, laat u dat kind dit werk doen en dan zei mijn vader, hij weet het beter dan u. Als ik het dan had ingevuld zeiden ze ‘dank u meneer‘, dag meneer. Mijn moeder deed de winkel en mijn vader stond achter het loket.
Vader was een wat egoistische man. Hij had altijd een dikke sigaar in zijn mond, en die haalde hij er niet uit hij tegen de mensen sprak. Af en toe blies hij een dikke rookwolk door het loket. Kwamen er klanten die een telegram wilde versturen. Goed zei vader en gaf ze een telegramformulier. Dan schreven ze erop, waar gebeurd, "Kom direct over, Marius smerige streek uitgehaald" Zei mijn vader hoe heet u, dan zeide ze, dat gaat u niets aan. Maar vader zei er moet toch een adres op en afzender, maar daar wilde ze niets van weten. Kwam een keer een jongen die een telegram naar zijn meisje moest sturen. Hij schreef,‘lieve pop blijf morgen thuis ik kom om elf uur‘. Zei mijn vader, wat is het adres. maar kreeg als antwoord, dat gaat u niets aan want dan gaat u er zelf heen.
Een agentschap gaf toen nog wel enige status. Ze noemde mijn vader meneer de postdirekteur. Mijn vader kreeg opeens aanzien want hij werd van winkelier ineens postdirekteur. Kwamen rijke mensen en zeiden, meneer we komen even belasting betalen, maar niemand had een postrekening of bankrekening, bedrijven wel natuurlijk en dan zei mijn vader dat is goed, komt u maar op met dat belastingbiljet, ja maar dat gaat je niets aan, dan weet je precies wat ik verdien. Gegevens als soort belasting, artikel cohier, en termijn en namen gaven ze uiteindelijk met tegenzin.
Vader verdiende aan elke handeling in het agentschap drie cent. En als hij 500 handelingen had kreeg vader 5 gulden bonus.
We verkochten ook postzegels en kreeg vader 1 %, dat was zijn winst.
Vader kwam een keer duizend gulden te kort Hij wist waar de fout zat maar kon het niet bewijzen Hij moest het zelf bijpassen. Hij had er de pest in en zei tegen de man van de PTT die er over ging, ‘ haal de hele rommel maar weg want nu moet in weer zoveel maanden voor niks werken‘. Later kreeg hij bericht dat hij vijfhonderd gulden schadevergoeding zou krijgen. Toen heeft hij het nog weer een tijd volgehouden.
Soms kregen we controle. Kwamen ze met drie kerels van de kas en alles werd lamgelegd en ze telde alles na. Ontvangsten en uitgaven, de postzegelkas en vlug dat die kerels konden tellen. Als alles dan klopte dan prezen ze je de hemel in. Bij zo‘n gelegenheid vroegen ze vader of hij ook kinderen had. Ja zei vader mijn dochter zit op school en doet binnenkort eindexamen. Nou zei de man als ze zin heeft om bij de post te komen moet ze effen solliciteren. Zo is mijn zuster bij de post gekomen op het hoofdkantoor Soest. Haar vriendinnetjes waren jaloers. Zij verdiende meteen veertig gulden in de maand , dat was in die tijd goed betaald.
Omdat arbeid goedkoop was hebben we ook wel personeel gehad. Jan van Hees en een meisje Roos. Toen vader aan Roos de eerste werkdag vroeg ‘pak jij even de telefoon aan durfde ze dat nog niet.
Bijna niemand had nog telefoon, je kon in Soest-Zuid toen nog alleen bij het agentschap terecht. Een hele operatie. Eerst aan een slinger draaien en luisteren en dan kreeg je de centrale. Die vroegen welke nummer je wenste en legde de verbinding. Dan werd je later teruggebeld en dan namen ze de hoorn op, ze waren met stomheid geslagen en velen wisten nog niet iets terug te zeggen. De mensen moesten telefoneren nog leren.
Later moesten we ook telegrammen verzorgen en dat deden wij als kinderen dan. Telegram naar Zonnegloren, moesten 20 cent bodeloon betalen . Zonnegloren lag net buiten de kom. Dat vonden ze toch zo gek. Normaal verdiende vader een dubbeltje aan een telegram maar iets verder weg werd het 20 cent. Je moest iemand hebben die het bezorgde en de kinderen kostte toch niets.
Een telegram naar de Wieksloot brengen, en daar moesten ze 41 cent betalen. Nillson als jochie moest daar een keer een telegram brengen. Aan de deur zeiden ze "geef maar hier broer" maar ik zei nee, om de donder niet, eerst betalen want als ze eenmaal het bericht hadden gelezen, kreeg je je centen niet. Belde ze vader ook nog op, maar vader zei dat hoort zo.
We hebben ook wel zelf ansichtkaarten uitgegeven. Voor de oorlog lieten we die in Duitsland drukken., dat was zo goedkoop. We verkochten die voor een groot deel door aan andere winkels. We kochten ze in voor acht/tiende cent en verkochten ze door voor anderhalve cent en zelf verkochten we ze in de winkel voor drie cent. Eenvoudige uitgave, lak-kwaliteit met een minimum afname van duizend stuks per foto. Het jaar 1934 was een topjaar, we verkochten toen 37000 ansichten.
Soest had toen een paar honderd pensions. Logies en ontbijt, lunch en diner voor een rijksdaalder per dag. Veel mensen woonden zelf in de schuur en verhuurden het hele huis. Het waren de vele pensiongasten die ansichten van het mooie Soest verstuurden. Wij hadden verschillende klanten die betaalden alleen als de pensiontijd achter de rug was. Op de pof. Ze betaalden achteraf.
Ik wilde als jochie een keer op vakantie en dat kostte natuulijk geld. Mijn vader zei‘ weet je wat je doet,,je gaat ansichtkaarten verkopen op het kampeerterrein. Ik verdiende twee cent voor elke kaart omdat ik er ook al een postzegel had opgeplakt. Dat vonden de mensen een geweldige service.Als ze de kaarten meteen schreven deed ik ze ook nog gelijk op de bus.
In de oorlog hebben we van het agentschap nog de meeste plezier gehad. Want we hielden telefoon Het was een diensttelefoon en kostte ons geen abonnement. Mijn zuster werkte op het hoofdkantoor. Mijn zuster zei als er wat op Soestdijk gebeurde, bel even naar Soest-Zuid. In de oorlog wilde ze de schrijfmachine vorderen, maar vader zei die hebben we niet. Hadden we verstopt achter bij ons in de hooiberg bij boer Schouten.
Als de Duitsers op Soestdijk fietsen vorderden en ze hoorde dat op hoofdkantoor belde zus snel naar Soest-Zuid.
Vader is met het postagentschap in 1948 opgehouden. Er was voor ieder werk genoeg en goedkoop personeel niet meer te krijgen.
Over al de jaren heen heeft hij er twee huizen aan overgehouden.Hij is later in zijn eigen huis, Soesterbergsestraat 17 gaan wonen.
Quelle heeft het postagentschap overgenomen en zo is het naar de Gallenkamp Pelsweg gegaan.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest