Gepubliceerd 19-06-2008
Vandaag in Verdwenen Soest een groepsfoto voor huize Tjemara, indertijd de entree van Zonnegloren. De foto is kennelijk door een vakfotograaf gemaakt met een grote platencamera.
Ieder hoofd staat er loeischerp op en bij een deelvergroting zou je zo achteraf van iedere persoon een portretje kunnen uitvergroten.
De foto is van Betty Babbeko-van Reeuwijk uit Sassenheim. Zij stuurde de foto onlangs op naar Museum Oud Soest en als begeleiding schreef ze dat ze bij het opruimen van haar kamer de foto was tegengekomen. Ooit zijn er een broer en twee zusters van mijn vader in Zonnegloren verpleegd. In de hoop dat u nog iets aan de foto heeft. Met vriendelijke groet.
Zo wordt er vaak bij verhuizing een einde gemaakt aan het verleden. Het is wel een opmerkelijke foto, aan de kleding te zien denken we aan de beginjaren van Zonnegloren.
Al in 1921 leefde de wens om een specifiek hervormd christelijk sanatorium te bouwen.
Initiatiefnemer voor de bouw van een hervormd sanatorium was de heer G.J.A. Ruijs uit Utrecht, bestuurslid van de federatie van hervormde diaconiën. Op zijn verzoek kwamen 25 vooraanstaande hervormden op 20 november 1921 bijeen in Utrecht. Twee weken later leidde tot de oprichting van een vereniging onder voorzitterschap van prof.J.R.Slotemaker de Bruine. Er werd op deze vergadering meteen al een naam bedacht “Zonnegloren”.
De meesten tbc patiënten werden thuis verpleegd, met het risico dat deze situatie vaak meerdere slachtoffers in een gezin maakte. Opname in een sanarorium was voor velen niet weggelegd. De reis naar het sanatorium in het Zwitserse Davos kostte teveel geld en in eigen land waren de mogelijkheden beperkt. In 1920 hadden de roomskatholieken duizend beschikbaar plaatsen o.a. in Berg en Bosch te Bilthoven en de neutrale sanatoria ook tegen de duizend bedden waaronder Zonnestraal te Hilversum. De protestants-christelijke waren nog verdeeld in gereformeerd- en hervormddenkenden. Sanatorium (Sonnevanck Harderwijk) was in opzet gereformeerd en kon amper tweehonderd patiënten plaatsen.
Vandaar de roep om een hervormd sanatorium voor tbc patiënten. Slotemaker benadrukte bij de opening van Zonnegloren in zijn toespraak nog eens de betekenis van de verpleging in de eigen kerkelijke sfeer. Zo ging dat in de tijd dat Nederland nog in zuilen was opgedeeld.
De grote vraag bleef hoe dit alles te financieren. Secretaris G.J.A. Ruijs reisde stad en land af voor het aantrekken van leden en begunstigers en het stichten van nieuwe afdelingen en aanboren van mogelijke financiële bronnen.
Op 4 september 1923 kon in Soest de voormalige buitenplaats Tjemara worden aangekocht: een landgoed van 6,5 hectare. De villa Tjemara werd in gebouwd in 1909 en bewoond door dokter H.Koppenschaar, die in de houten aanbouw een particulier rusthuis had voor overspannen mensen. Op oudejaarsdag 1924 volgde de koop van het aangrenzende bos en heidegebied, toaal 19.5 hectare schitterend gelegen aan de rand van de Korte Duinen.Van de benodigde zeven ton in guldens was begin 1925 vijf ton binnen.
Het geld voor Zonnegloren is met kleine en grote giften bij elkaar gesprokkeld. Ieder jaar organiseerde Zonnegloren een open dag. De jaarlijkse Zonnegloren-dag , meer een feestdag, werd al gauw landelijk bekend en was ieder keer weer een hoogtepunt. Met bussen en treinen kwamen de fans uit het hele land naar Soestduinen om te kijken wat er met hun geld was gedaan. Maar het was ook een dag om de opbrengsten van hun plaatselijke en kerkelijke acties aan te bieden. De bovenstaande foto is bijna zeker op zo’n dag gemaakt. De bestuursleden van afdelingen,sponsers,donateurs en fans van Zonnegloren zagen dat het goed was. Zij lieten zich maar wat graag fotograferen voor het hoofdgebouw Tjemara.
Er was op een gegeven moment nog een financieel gat van honderduizend gulden. En ook nog geen geld voor de inrichting. Kerkeraden en diaconieën werden nog eens aangespoord ook de laatste gaatjes te dichten. Soms op het nippertje maar het is uiteindelijk allemaal goedgekomen.
In het boekje “van Zonnegloren tot Molendael, een bewogen geschiedenis” schrijft Jan van Steendelaar de samensteller van het boekje: ‘De vindingrijkheid kende soms geen grenzen als het erom ging het sanatorium aan meer inkomsten te helpen. Speldjesverkoop, kaartenacties, braderieën, rommelmarkten, ze brachten allemaal geld in het laatje. Vooral predikantsvrouwen lieten zich niet onbetuigd. Zij speelden in die jaren in kerkelijke gemeenten een belangrijke rol. Zij zetten zich op inspirerende wijze in voor het welzijn van de patiënten in Zonnegloren.
Het succes van al die acties voor Zonnegloren is waarschijnlijk het meest te danken aan
de propagandacommissie. Zij werkte in stilte op de achtergrond zorgde ervoor dat er altijd een behoorlijke financiële reserve was waarop direct een beroep kon worden gedaan op momenten dat dit echt noodzakelijk was. Het was ook een initiatief van de propagandacommissie in 1949 een propagandafilm over Zonnegloren te maken. De film was destijds een dokument van grote propagandistische waarde en tot heden toe een unieke herinnering aan de tijd dat de strijd tegen tuberculose nog volop gestreden moest worden. Ook het verschijnen van het jubileumboek ‘De zon klimt hoger’ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan op 12 juli 1952 zette het sanatorium nog eens extra in de belangstelling.
De financiële injectie als gevolg van de jubileumviering zou ongetwijfeld groter zijn geweest als niet in 1953 Nederland was getroffen door de watersnoodramp. Zonnegloren was van oordeel dat er daardoor in dat jaar geen aanleiding was om feest te vieren.Het werd dan ook van de agenda geschrapt. Bovendien werd besloten, hoewel Zonnegloren het geld zelf nauwelijks kom missen, de propaganda-acties tijdelijk stop te zetten.’ Naarmate de tbc-bestrijding steeds betere resultaten werden behaald, mede door toedienen van medicijnen, ontstond in steeds meer sanatoria een overcapaciteit aan bedden.Een aantal kleine sanatoria werden opgeheven en later de grotere. De tuberculose was grotendeels bedwongen en alengs namen ook de financiële acties voor tuberculose af. Zonnegloren werd ziekenhuis.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest