Gepubliceerd 14-03-2007
Vandaag in Hervonden Soest een foto van mevrouw Van Dorp-Swager uit de familiecollectie die we van haar hebben ontvangen. De foto kunnen als titel Pannenbier meegeven. Bouwvakkers in dienst bij de Gebroeders Swager of bij hun vader Nan Swager (†1929) hebben het hoogste punt van een bouw bereikt en dan gaat de vlag in top en is het tijd voor pannenbier. We hebben geen idee wanneer de foto is gemaakt. Pannenbier is een oude traditie als een huis onder de kap is. dan trakteert de opdrachtgever bier, men noemde het ook wel kapbier. Vroeger was het een feestje op het werk maar tegenwoordig wordt dit moment veelal vervangen door een fooi.
Ook in de bouw zijn de tijden veranderd. Nu zien we takels of hijskranen die kantenklare onderdelen van een huis op zijn plaats leggen. Het zware werk is tegenwoordig voor een groot deel vervangen door machines.Vroeger was het werk op de bouw allemaal handwerk en er was nog heel wat mankracht nodig om een huis te bouwen. Timmerlieden en metselaars waren handwerklieden. Vaak mensen met weinig scholing die al vroeg een paar centen moesten verdienen en als jong maatje het vak bij een aannemer hadden angeleerd aangeleerd, hij werkte onder toezicht van een oudere. Op de bouw was het Jan met de pet die zijn handjes liet wapperen.De metselaar werd bijgestaan door de sjouwerman, of ook wel genoemd opperman of steigermaker, een manusje van alles.Hij moest de metselspecie maken en aanbrengen, de steigers maken en verzetten naar gelang de metselaar met zijn werk vorderde. Engelbert Heupers heeft een en ander in zijn boekje Oude Ambachten beschreven.
Bijna iedere metselaar had zijn eigen gereedschap. Als voornaamste een troffel, met een driehoekig stalen blad. Hiermee bracht hij de specie tussen de stenen en streek deze uit. Met een kaphamer werden de stenen op maat geslagen of gekapt. Verder diverse voegijzers, waarmee de smalle of brede voegen glad werden afgewerkt.Een asvarken of een stoffer behoorde ook tot het vaste gereedschap van de metselaar en natuurlijk de onombeerlijke duimstok die hij in de scheezak van de broekspijp bij zich droeg.
Om te metselen gebruikte men verschillende stenen, die met paard en wagen werden aangevoerd..Tufstenen, rode stenen,Utrechtse of Wijkse stenen en soms gele stenen.De afmetingen van de stenen waren doorgaans 12 a 14 cm. Zonodig werd met behulp van de kaphamer werden de stenen gehalveerd.en op maat geslagen.
Wanneer een huis werd gebouwd, dan groef men in de nabijheid eerst een kalkput, waarin de kalk werd geblust of gelest.De kalk moest met water worden aangelengd en dit mengsel werd met een houten spaan omgeroerd. Dit zogenaamde kalkblussen was een gevaarlijk karwei, een spatje in de ogen kon blindheid veroorzaken. Kinderen mochten in geen geval dichbij komen. De gebluste kalk werd uiteindelijk vermengd met zand tot een specie waarmee gemetseld kon worden. De verhoudingen waren doorgaans drie kruiwagens zand tegen een kruiwagen kalk. Dit alles was het werk van de sjouwerman. Hij moest de bakken metselspecie de steiger opsjouwen en onder handbereik van de metselaar brengen.Ook de stenen moesten naar boven.
Op de grond voerden men de stenen aan met een steenbok, een kruiwagen met een hoge rechte kap aan de voorkant, waartegen de stenen rustten. Vanaf de steenbok droeg de sjouwerman de stapeltjes stenen 13 tot 15 stuks de steiger op.Een goede sjouwerman had niet alleen eelt op zijn handen maar ook op zijn schouder.
Ook de timmerman was een onmisbare vakman in de bouw.Hij was ook vaak begonnen als jongmaatje of krullenjongen bij een timmermansbaas. Hun grote vakkennis en bekwaamheid was aangeleerd en berustte louter op ervaring.Bij de bouw van een huis moest hij het profiel stellen.Het te graven grondwerk afbakenen met palen en latten, waarop hij de maten had aangegeven waaraan de metselaars bij het opmetselen zich strikt diende te houden. Tijdens de bouw hanteerde de timmerman voortdurend het schietlood, een lode bal aan een draad om de vertikale richting te bepalen.
Ook het soort bouw is veranderd in de loop der jaren. Tot begin vorige eeuw werden uitsluitend huisjes en zelfs villa’s gebouwd opgetrokken met eensteens muren. Hans van Doorne vertelde onlangs dat zijn vader Mr. Jan van Doorne op de Lazerusberg in 1918 opdracht gaf het eerste huis van Soest te bouwen met spouwmuren, een hele vooruitgang. In de jaren dertig komen we in de Soester Courant advertenties tegen met de tekst ‘villa te koop. Prima bouw, spouwmuren’. De oude pastorie van de Emmakerk op de hoek van de Vredehofstraat was nog gebouwd met enkel buitenmuren. Er waren altijd klachten van dominee’s die het een koud en vochtig onderkomen vonden.
De mensen op de foto van vandaag zijn vermoedelijk allemaal Soesters. We hopen dat er lezers zijn die vader of grootvader herkennen of meer over de tijd en plaats weten te vertellen ,waar de foto is gemaakt. Wij horen het graag van u.
We schreven in deze rubriek eerder over de Gebroeders Swager Bouwmaterialen.Op het terrein aan de Torenstraat waar nu Practicum is gevestigd stond een klein gebouwtje met een loodzware manshoge brandkast. We wilde toen weten waar die brandkast is gebleven.
Welnu, Peter Swager nakomeling van de familie nam contakt met ons. Hij heeft een garagebedrijf in Rijssen en heeft indertijd met veel moeite het gevaarte naar de Achterhoek gesleept. De brandkast wordt nog dagelijks gebruikt om kentekenbewijzen en kentekenplaten van auto’s te bewaren.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest